Monroe verklaarde elke vorm van Europese bemoeienis op het taboe, waarmee hij doelde op politiek ingrijpen in de pas kort onafhankelijke naties in Zuid Amerika en op nieuwe pogingen Amerika te koloniseren. Monroe beloofde evenwel de bestaande kolonies in handen van de Europese machten te respecteren. Daar kwam later niets van terecht
De rede van Monroe was een reactie op de Franse inval in Spanje, waarbij in dat land namens de de Heilige Alliantie de liberale Grondwet van Cádiz buiten werking werd gesteld. De VS waren bang dat de Restauratie zich tot de Nieuwe Wereld zou uitbreiden.
Monroe hoopte met het verbod op interventie een stokje te steken voor Europese pogingen om het Amerikaanse expansieproces te saboteren. Vooral de Britten, de Spanjaarden en de Russen werden met argusogen gadegeslagen, omdat ze aangrenzende territoria op het continent hadden. Daarnaast hadden vele kolonies in Zuid-Amerika met succes hun onafhankelijkheid bevochten, waarna ze al gauw diplomatieke erkenning van de Verenigde Staten hadden verworven. Om de voormalige kolonisatoren, Spanje voorop, iedere lust te ontnemen de nieuwe naties weer onder hun gezag te brengen, verbood Monroe daarom kolonisatie op het Westelijk halfrond. Kolonies die de onafhankelijkheidsgolf hadden doorstaan respecteerde hij echter wel.
De USA zouden er pas rond 1850 in slagen het territorium tot ongeveer de huidige omvang uit te breiden, door enkele gebiedsaankopen en oorlogen met Spanje en Mexico. Alaska en Hawaï zouden nog later volgen.
De Bushdoctrine is één van de hoekstenen van het huidige buitenlandse beleid van de USA. De doctrine stelt dat de USA geen onderscheid zullen maken tussen terroristen en die landen die terroristen een veilig onderkomen bieden tenzij dat de USA wel goed uitkomt. Het werd verwoord als reactie op de “aanslag” van 9/11.
In de ruimere zin wordt de Bushdoctrine gebruikt om zgn. preventieve oorlogen te rechtvaardigen tegen landen die potentieel een bedreiging kunnen vormen voor de nationale veiligheid van de USA. Zo wordt ons dat wijs gemaakt middels de massamedia. Maar we weten inmiddels beter over welk doel het dient.
In een toespraak die Bush hield tot de Militaire Academie in West Point op in juni 2002 werd de Bushdoctrine verder uitgewerkt. Belangrijke punten van de toespraak waren:
De USA behoudt zich het recht voor preventief op te treden tegen landen van waaruit aanvallen van terroristen of met massavernietigingswapens op de USA kan worden uitgevoerd. (dat zijn er nogal wat)
De USA laat het liefst haar bondgenoten de vuile was opknappen, maar zal dit ook alleen doen, als dat zo uitkomt.
De USA voelt zich niet gebonden door internationaal recht en VN-resoluties wanneer de veiligheid van haar burgers “in direct gevaar is”.
De USA treedt zo snel mogelijk op, desnoods zonder groen licht van de Veiligheidsraad.
De onoverkomelijke militaire macht van de USA mag niet bedreigd worden door andere mogendheden.
De veiligheid van de Verenigde Staten is het best gediend door middel van het verspreiden van het zgn “Neo-liberaal Kapitalisme” over de wereld.
Was het dus volgens het handvest van de VN nog zo dat alleen de “agressor-staat” op tegenmaatregelen kan rekenen na een aanval. Nu is het volgens de maatstaven - exclusief voor de USA - zo dat zij bepalen wie “terroristen” herbergt die met nucleaire of chemische wapens de USA misschien zou kunnen aanvallen. Dus slechts de gedachte is voor de US-regering al voldoende voor een aanval en de NATO-leden voor het karretje te spannen.
Hoe ver moet het nog gaan ?
☟ ☟ OORLOGSMOTIEVEN ☟ ☟